Een ondertoezichtstelling kan door de rechter worden uitgesproken wanneer er zorgen zijn over de ontwikkeling en veiligheid van een jeugdige. Wanneer de Raad voor de Kinderbescherming middels onderzoek heeft aangetoond dat er ontwikkelingsbedreigingen zijn voor de jeugdige spreekt de rechter een ondertoezichtstelling uit.
Op het moment dat er een ondertoezichtstelling wordt uitgesproken wordt er een gezinsvoogd toegewezen aan het gezin. Een gezinsvoogd is werkzaam bij een gecertificeerde jeugdzorginstelling, zoals Bureau Jeugdzorg, de William Schikkergroep of het Leger des Heils. De gezinsvoogd ziet erop toe dat de hulpverlening zal starten en rapporteert aan de rechtbank wanneer ouders niet meewerken. Hierop kan een geldboete volgen of wanneer veiligheid niet toeneemt een uithuisplaatsing.
Een misopvatting is dat ouders hun gezag kwijtraken wanneer er een ondertoezichtstelling wordt uitgesproken en een gezinsvoogd wordt toegewezen aan het kind. Een gezinsvoogd heeft geen gezag maar wel een plicht om te melden wanneer zorgen niet afnemen.