Inhoudsopgave
- Een angststoornis, wat betekent dat?
- Heb ik een angststoornis?
- Wie kan een angststoornis vaststellen?
- Verschillende oorzaken van een angststoornis
- Welke verschillende vormen zijn er?
- Hoe ga ik om met een angststoornis?
- Hoe behandel je een angststoornis?
- EMDR
- Medicatie
- Angststoornis bij kinderen
- Taboe doorbreken
- Meer weten?
Een angststoornis, wat betekent dat?
Wanneer je een angststoornis hebt, betekent dat dat je in het dagelijks leven last kan hebben van heftige angst, zonder dat er daadwerkelijk gevaar dreigt. Je kunt op zo’n moment bijvoorbeeld in paniek raken, overmatig zweten, trillen, hyperventileren of misselijk worden. Soms voelen mensen een drukkende pijn op de borst, waardoor het lijkt alsof dat ze een hartaanval krijgen. Wanneer paniek en angst in je dagelijkse leven overheersen, kan je waarschijnlijk spreken van een angststoornis.
Een angststoornis kan zich kenmerken doordat je, naast de paniekaanvallen, vaak bezorgd en nerveus bent. Sommige mensen met een angststoornis hebben ook weinig eetlust, slapen slecht en hebben klachten als buikpijn en hoofdpijn. Mensen met een angststoornis zijn vaak prikkelbaar en hebben altijd een bang voorgevoel. Een angststoornis kan je enorm belemmeren in het dagelijks leven op gebied van werk, sociale contacten en relaties maar kan ook gevolgen hebben voor je gezondheid.
Heb ik een angststoornis?
Iedereen is wel eens bang of angstig. Misschien denk je wel eens dat je een inbreker hoort als je in bed ligt? Of vind je het spannend om in het donker door een donkere tunnel te fietsen? Of misschien ben je wel als de dood voor een grote spin in je slaapkamer? Angst is een gezonde emotie. Het houdt de mens al sinds de oertijd in leven en vaak wanneer je angstig bent, kun je herleiden waar het vandaan komt en of het een reële emotie is. Wanneer het gevoel je echter dagelijks blijft achtervolgen en je belemmert in je functioneren, kan het zijn dat er sprake is van een angststoornis.
Wanneer je paniek en angsten geen concrete oorzaak hebben en bovendien niet gegrond zijn, is het mogelijk dat je lijdt aan een angststoornis.
Wie kan een angststoornis vaststellen?
Er zijn verschillende oorzaken en vormen van een angststoornis. Om een diagnose te kunnen stellen wordt er gekeken of jouw klachten voldoen aan de criteria van de DMS-IV. De diagnose angststoornis wordt vastgesteld door een specialist of psycholoog. Dit doen ze doormiddel van een diagnostisch onderzoek. De huisarts kan je verwijzen naar de juiste persoon om je te laten onderzoeken.
Een diagnostisch onderzoek dat wordt uitgevoerd door een professional om te onderzoeken of er sprake is van een diagnose, stoornis of ziektebeeld. Het doel van een diagnostisch onderzoek is achterhalen waar de problematiek precies vandaan komt zodat er gerichte behandeling of therapie ingezet kan worden.
Een diagnostisch onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen. De bekendste onderdelen zijn:
- Psychologisch onderzoek
- Intelligentieonderzoek
- Psychiatrisch onderzoek
- Gesprek(ken) met ouders/verzorgers
- (Eventueel) lichamelijk onderzoek
Een diagnostisch team wat bestaat uit behandelaren, psychologen en artsen bekijkt welke onderzoeken er nodig zijn om tot een juiste diagnose te komen.
De uitslag van een diagnostisch onderzoek helpt jou en de hulpverlening om de juiste therapie of begeleiding in te zetten. Een onderzoek is zo’n 2 tot 3 jaar geldig en relevant. Een onderzoek blijft altijd een momentopname dus kan het zijn dat de onderzoeksresultaten een paar jaar later anders uitpakken. Vooral bij kinderen is zichtbaar dat, wanneer zij in de ontwikkeling zijn, de onderzoeksresultaten met de jaren kunnen wijzigen.
Verschillende oorzaken van een angststoornis
Een angststoornis kan verschillende oorzaken hebben. In veel gevallen is er sprake van een genetische of erfelijke belasting. Wanneer een van je ouders belast is met een angststoornis is de kans groot dat jij hier ook last van kan ervaren. Daarnaast kan een ingrijpende gebeurtenis een oorzaak zijn van een angststoornis, zoals een mishandeling, beroving of een andere gebeurtenis waarbij je je heel onveilige hebt gevoeld. Daarnaast zijn persoonskenmerken, cognitie en temperament (karakter) vaak ook medebepalend in hoe je situaties inschat of overschat. Een combinatie van verschillende factoren kan dus bepalend zijn in het ontstaan van een angststoornis.
Co-morbiditeit betekent dat er twee of meerdere stoornissen naast elkaar voorkomen. Een angststoornis is een diagnose die vaak gepaard gaat met een andere diagnose zoals een depressie of persoonlijkheidsproblematiek. Hoe weerbaar je bent, hoe je reageert op bepaalde situaties en hoe je emotioneel gebeurtenissen kunt verwerken hebben allemaal grote invloed op het al dan niet bestaan en ontstaan van meerdere diagnoses naast de angststoornis.
Welke verschillende vormen zijn er?
Een angststoornis is een breed begrip. Er zijn immers verschillende vormen en zwaarte van een angststoornis. Sommigen zijn tijdelijk, anderen zijn chronisch. We zetten de meest voorkomende vormen van angststoornissen voor je op een rij:
Agorafobie
Agorafobie staat ook wel bekend als pleinvrees. Iemand met agorafobie heeft angst om zich in openbare ruimtes te begeven. Je kunt in paniek raken wanneer het ergens druk is, je het idee hebt dat je niet weg kan en/of het overzicht verliest. Iemand met agorafobie blijft het liefste thuis in zijn of haar veilige omgeving en beperkt uitstapjes tot het bekende. Je kunt je voorstellen dat iemand met agorafobie hier in het dagelijks leven veel hinder van ondervindt. Het kan erg angstig zijn om naar de supermarkt te gaan, een verjaardag te bezoeken en zelfs te gaan werken.
Dwangstoornis
Iemand met een dwangstoornis heeft herhalende, dwangmatige gedachten en handelingen. Iedereen vraagt zich wel eens af of de auto wel op slot staat, maar als je dit niet los kan laten en er de hele dag mee bezig bent, kan het je dag behoorlijk verstoren. Mensen met een dwangstoornis repeteren vaak een aantal gedachten, die angst oproepen. Ze hebben hun rituelen bedacht om de angst te beteugelen, welke ze telkens moeten herhalen. Mensen met een dwangstoornis kunnen dwangmatig poetsen, handelingen herhalen en soms hierdoor amper de deur uit komen. Een dwangstoornis ontstaat vaak uit de behoefte om controle te krijgen over je emoties/angst.
Gegeneraliseerde angststoornis
Wanneer je een gegeneraliseerde angststoornis hebt, ben je eigenlijk continu aan het piekeren. Je maakt je zorgen over allerlei dingen: je familie, je werk, de financiën, de gezondheid van jezelf of van de mensen om je heen of de veiligheid van anderen. Wanneer het niet lukt om deze gedachten te beteugelen kunnen ze je leven gaan beheersen. Je hebt continu behoefte om controle te krijgen over zaken waar je simpelweg geen controle over hebt, je wilt continu anderen controleren en bellen om te horen dat ze veilig zijn. Bij een generaliseerde angststoornis komen ook vaak lichamelijke klachten kijken zoals hoofdpijn, benauwdheid, en pijn in het lichaam door de opgebouwde spanning.
PTSS
Wanneer je een ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt, kun je daarna last krijgen van herbelevingen, angsten, nachtmerries of prikkelbaarheid. Meestal gaan deze klachten vanzelf weer voorbij: je hebt je trauma verwerkt. Wanneer dit niet vanzelf gaat, kan je de diagnose PTSS (posttraumatische stressstoornis) krijgen. Je blijft dan prikkelbaar en altijd alert. Wanneer je PTSS hebt, kun je daarvoor behandeld worden.
Sociale fobie
Een social fobie heeft vooral te maken met angsten rondom sociale aangelegenheden zoals feestjes, vergaderingen en etentjes. Mensen met een sociale fobie zijn zich ontzettend bewust van hun eigen aanwezigheid, vragen zich continu af wat anderen van hen vinden en zijn er bovendien van overtuigd dat andere negatief over hen praten/denken. Een sociale fobie kan enorm stressvol zijn, waardoor mensen met een sociale fobie geneigd zijn zich terug te trekken in hun eigen veilige omgeving.
Specifieke fobie
Iedereen is wel bang voor iets. Misschien hou je niet van muizen of van slangen? Wanneer je een specifieke fobie hebt voor iets, heb je een overweldigende irreële angst wanneer een bepaalde situatie, dier of voorwerp zich voordoet. Je krijgt een paniekaanval wanneer de situatie zich voordoet, het dier verschijnt of als je er alleen al aan denkt. Dit kan behoorlijk belemmerend werken in het dagelijks leven. Gelukkig kun je hier goede behandeling voor krijgen om de angst te verminderen.
Acute stressstoornis
Wanneer je een heftige gebeurtenis hebt meegemaakt zoals een overval of een verkrachting kun je continu geplaagd worden door herbelevingen en gespannenheid. Er kan dan sprake zijn van een acute stressstoornis. Een acute stressstoornis duurt minimaal twee dagen en maximaal vier weken. Wanneer de klachten langer aanhouden, is er mogelijk sprake van een andere vorm van een angststoornis.
Hoe ga ik om met een angststoornis?
Wanneer je een angststoornis hebt, is de meest gemakkelijke manier om ermee om te gaan de situaties te vermijden die je angstig maken. Maar wanneer je op die manier gaat leven, kan dit een behoorlijke beperking zijn voor je dagbesteding, werk, sociale contacten en relaties. Bovendien kan het afzonderen weer andere klachten met zich meebrengen zoals eenzaamheid, financiële zorgen of slechte zelfzorg. Een angststoornis kun je (grotendeels) overwinnen door de confrontatie aan te gaan met je angsten. Dit hoef je gelukkig niet alleen te doen. In kleine stapjes kunnen professionals jou hierin begeleiden.
Hoe behandel je een angststoornis?
Afhankelijk van de vorm van de angststoornis zijn er verschillende vormen van behandeling die helpend kunnen zijn. Veel mensen met een angststoornis zijn gebaat bij cognitieve therapie. Tijdens de cognitieve gedragstherapie staan jouw gedachten en angsten centraal. Zij bepalen immers grotendeels hoe je in het leven staat en hoe je verschillende gebeurtenissen beleeft. Samen met de therapeut ga je onderzoeken op welke wijze en waardoor jouw waarnemingen ‘gekleurd’ worden en hoe je dit kan ombuigen. Je maakt je een nieuwe manier eigen om de wereld te benaderen waarbij angst minder zwaar de overhand heeft. Ongeveer twee derde van de mensen met een angststoornis heeft na de cognitieve gedragstherapie aanzienlijk minder klachten.
EMDR
EMDR is een vorm van therapie die wordt toegepast bij mensen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt. Dit kan bijvoorbeeld een verkeersongeluk, een geweldsincident of het verlies van een dierbare zijn. Door traumatische gebeurtenissen kan je soms last krijgen van herbelevingen, nachtmerries of heftige emoties op een later moment. Je kunt bijvoorbeeld heftig reageren in soortgelijke situaties, angsten ontwikkelen of vermijdingsgedrag aan vertonen. Elk mens reageert weer verschillend op gebeurtenissen in zijn leven.
Bij EMDR vraagt de therapeut je om de traumatische gebeurtenis voor de geest te halen inclusief de bijbehorende gedachten en emoties. Door bewegingen met de vinger te maken of piepjes te laten horen terwijl ze jou vragen stellen over je emoties en gedachten, worden je hersenen als het ware voor de gek gehouden. Je kunt het zien als een soort ‘reset’ van het stukje hersenen dat de pijnlijke of emotionele gebeurtenis voor jou bewaart. Door de combinatie van jouw herinneringen en de afleidende stimulans zal jouw herinnering zijn kracht en emotionele lading steeds verder verliezen, waarmee je angstklachten verminderen.
Medicatie
Hoewel cognitieve gedragstherapie als behandeling voorliggend is bij een angststoornis, zijn er soms gevallen waarbij medicatie helpend kan zijn. Wanneer de gedragstherapie onvoldoende resultaat laat zien of wanneer de angststoornis gepaard gaat met een depressie, kan het zijn dat de behandelaar medicatie voorschrijft. In veel gevallen gaat het hier dan om een antidepressiva of kalmerende middelen voor een (tijdelijk) rustgevend effect. De beste behandeling blijft echter therapie: medicatie zal de angsten immers alleen maar onderdrukken en niet wegnemen.
Angststoornis bij kinderen
Helaas komen angststoornissen ook bij kinderen voor. Paniek, heftige emoties, lichamelijke klachten en (repeterende) angstige gedachten kunnen ervoor zorgen dat een kind niet goed meer kan functioneren. Of een kind een angststoornis ontwikkelt heeft veel te maken met de omgevingsfactoren en erfelijkheid. Wanneer een kind in een veilige omgeving opgroeit is de kans op een angststoornis minder dan kinderen die niet goed gehecht zijn.
Zeker wanneer het een kind betreft is het belangrijk de symptomen tijdig te signaleren en de juiste behandeling in te zetten om het kind alle kans te geven om zich, na behandeling, te ontwikkelen naar alle eigen mogelijkheden.
Taboe doorbreken
Wist je dat Adele, Robbie Williams en René van der Gijp ook kampen met een angststoornis? In verschillende interviews kun je lezen hoe zij dat ervaren. Het hebben van een angststoornis wordt steeds vaker openlijk gedeeld. Het is dan ook niets om je voor te schamen. Het programma Levenslang met dwang trekt elk seizoen weer honderdduizenden kijkers. In het programma kijk je mee hoe acht normale jongeren in Nederland hun angsten te lijf gaan tijdens een intensieve therapie. Door de openheid van artiesten en programma’s als Levenslang met dwang wordt het hebben van een angststoornis steeds minder taboe.
Meer weten?
Heb je na het lezen van deze blog nog vragen of wil je meer weten over begeleiding bij een angststoornis, thuis of op locatie, vanuit Thuys? Neem dan gerust contact met ons op via onze contactpagina. We staan je graag te woord om met je te kijken wat je nog wilt weten en op welke manier wij jou eventueel kunnen helpen.