Begeleid wonen
Een huis vol mogelijkheden
Over Hanna, een meisje met een verstandelijke beperking die graag zelfstandig wil wonen.
Het kan gewoon niet
‘Maar ik wil het zo graag. Al mijn vriendinnen doen het ook. Waarom kan ik dat dan niet?’ Ik slaak een diepe zucht en kijk mijn dochter aan. Haar ogen groot en smekend, haar handen in elkaar gevouwen. Ik weet dat het slechts een paar minuten zal duren voordat haar smeekbede overslaat naar een verdriet en boosheid, zoals elke keer. We hebben dit gesprek namelijk al zo vaak gevoerd, met telkens dezelfde uitkomst. ‘Het kan gewoon niet, Hanna, er komt ontzettend veel bij kijken als je op jezelf wilt wonen en dat is gewoon te veel voor je.’ ‘Maar ik kan het toch leren?’ Ik pak haar hand vast. ‘Je weet dat sommige dingen voor jou lastig zijn om te leren. Dat geeft niet, papa en ik helpen je graag.’ Hanna trekt haar hand los uit de mijne. ‘Ik wil niet dat jullie me helpen. Ik wil het zelf doen!’ Haar ogen worden nat. Het moment waar ik al bang voor was komt eraan. En elke keer breekt het mijn hart een beetje. Ik snap haar verlangen, ik snap haar hoop, maar ze kan het simpelweg niet. Al sinds haar eerste levensjaren lopen we tegen dit soort dingen aan. Dingen die net iets anders lopen dan bij andere kinderen. Door haar verstandelijke beperking zijn veel dingen voor Hanna niet zo vanzelfsprekend als voor andere kinderen. Maar we vonden onze weg: we hebben haar altijd en overal bijgestaan. Mijn man en ik, maar ook Hanna’s zus Joske die inmiddels al twee jaar het huis uit is. En precies dat moment, twee jaar geleden, begon Hanna ook: ze wilde ook op kamers, zelfstandig wonen, een eigen plekje. En natuurlijk begrijp ik haar wens. Ik wilde dat immers zelf ook toen ik haar leeftijd had. Maar Hanna begrijpt niet altijd goed waarom de dingen voor haar lastiger zijn en dat sommige dingen nu eenmaal niet voor haar weggelegd zijn: zoals zelfstandig wonen. ‘Hanna lieverd,’ zeg ik op sussende toon om haar tranen te voorkomen. ‘Kijk dan toch eens naar je kamer, ik moet je altijd helpen met opruimen. Als ik je ’s ochtends niet help met opstaan kom je altijd te laat op je werk. Er komt ontzettend veel bij kijken als je zelfstandig wil wonen: je moet zelf opstaan, opruimen, schoonmaken, de kleren wassen en koken. Er is ontzettend veel wat je dat moet doen en ik wil niet dat het je te veel wordt: het is toch veel fijner als wij jou hier helpen?’ Er rolt een traan over Hanna’s wang. Ik denk dat ze me ergens wel begrijpt, maar het niet toe wil geven. ‘Misschien over een paar jaar…’ sus ik nog. Een paar seconden later valt de deur naar boven dicht en trekt Hanna zich terug op haar slaapkamer. Ik blijf nog een hele tijd zitten.
‘Je hebt nu eenmaal hulp nodig. Je kan het niet alleen’
‘Mama, kijk dit eens.’ Hanna duwt een folder in mijn hand. Hij is wat gekreukt en de hoekjes zijn omgekruld. Waarschijnlijk zat hij al wat langer in haar tas, waar ze hem zojuist uittrekt. Ik pak het foldertje aan, strijk hem glad en bekijk het. Ben je 18 jaar of ouder en kan je niet zelfstandig of thuis wonen? ‘Wat is dit?’ Ik bekijk de folder. Er staat informatie in over beschermd wonen, begeleiding en alle mogelijkheden die er zijn. ‘Die kreeg ik van Tessa. Ze zei dat ik daar misschien wel kan wonen!’ Ik lees de folder en bedenk me ondertussen dat ik Tessa, de begeleidster van de dagbesteding waar Hanna overdag heen gaat, zal moeten bellen. Denkt ze dat dit een optie is? Vind ze soms niet dat wij het zelf kunnen regelen voor Hanna? En hoe moeten we dat betalen? ‘Tessa zegt dat we er gewoon een keertje kunnen gaan kijken.’ Ik voel mijn maag een beetje verkrampen bij het idee dat Hanna hier zo enthousiast over is en wij haar waarschijnlijk moeten teleurstellen. Ze blijft gewoon hier wonen, dit is nergens voor nodig. ‘Gaan we er heen?’ Hanna klapt enthousiast in haar handen en kijkt me vragend aan. ‘Het is helemaal niet zo ver weg, dat is toch fijn? En Babs gaat er misschien ook wonen!’ ‘Babs?’ Ik trek een wenkbrauw op. Babs is een meisje van de groep, ze heeft ook een beperking. ‘Babs woont toch prima bij haar ouders?’ ‘Mam,’ Hanna rolt met haar ogen. ‘We zijn geen kinderen meer. We willen op onszelf wonen, dat is toch normaal.’ Ik leg de folder op tafel. ‘Hanna, hier hebben we het al zo vaak over gehad. Op jezelf wonen vraagt ontzettend veel van je. Je moet nog zoveel leren en bij sommige dingen heb je nu eenmaal wat meer hulp nodig. Je kan het niet alleen.’ ‘Ik kan het toch leren,’ houdt ze vol. ‘Gaan we kijken, mam, alsjeblieft?’ Mijn hart breekt een stukje en ik besluit haar een sprankje hoop te geven. ‘Ik zal het er vanavond met je vader over hebben.’
Een huis vol mogelijkheden
Ik bekijk de gevel van het pand. Het ziet eruit als een gewoon woonhuis, in een gewone straat. Niets opvallends. Ik weet niet wat ik me had voorgesteld, maar dit was niet wat ik had verwacht. Hanna loopt naast me, glunderend van plezier. Het feit dat we een vrijblijvende kennismaking hebben gepland, maakt dat ze al twee weken lacht. Ik vond deze week een lijstje op haar kamer met alles wat ze wil kopen voor haar nieuwe kamer. Het maakte me verdrietig, wat zal ze boos en teleurgesteld zijn als het niet door kan gaan. Tot mijn verbazing vond Peter het een goed idee om te gaan kijken. ‘Ze zal toch een keer op eigen benen moeten leren staan,’ had hij gezegd toen ik hem die bewuste avond de folder liet zien. ‘Ze kan dat toch helemaal niet,’ had ik meteen gereageerd. ‘Bovendien heeft ze het toch goed bij ons? Wij kunnen haar toch helpen?’ Peter had zijn hoofd geschud. ‘Ze kan meer dan je denkt, Mia. Je moet haar loslaten.’ Ik had mijn lippen op elkaar geperst en mijn hoofd geschud. Hij begreep het gewoon niet. ‘Het ziet er leuk uit.’ Peter verschijnt naast me als hij de auto heeft geparkeerd en knikt naar het gebouw voor ons. ‘Gezellig zelfs.’ ‘Komen jullie?’ Hanna staat al voor de voordeur en voordat ik haar kan tegenhouden, drukt ze seconden lang op de bel. ‘Niet zo lang!’ vermaan ik haar en trek haar hand naar beneden. We horen wat gerommel aan de andere kant en dan gaat de deur open. ‘Hallo! Dat was een enthousiaste bel, zeg!’ De man in de deuropening glimlacht en steekt zijn hand uit naar Hanna. ‘Welkom, ik ben Gerald, kom binnen!’ We lopen door de gang, die uitkomt in een grote open keuken. Aan de eettafel zitten twee jongens met een kop thee. Ze kijken even op. ‘Hallo,’ zegt er een. De andere kijkt ons vluchtig aan, kleurt rood en richt zich weer op zijn telefoon. ‘Gaan jullie even in de woonkamer zitten? Dan hebben jullie geen last van ons geklets.’ De jongens knikken en verdwijnen door een deur naar een andere kamer. De man maakt een uitnodigend gebaar naar de keukentafel: ‘Ga zitten, kopje koffie of thee?’
Je eigen kamer, je eigen spulletjes
Zittend aan de keukentafel krijgen we een uitleg van alles wat ze bieden. Hulp bij huishoudelijke taken, een persoonlijke begeleider, een eigen kamer, hulp bij het aanhouden van structuur en vergroten van eigen vaardigheden. ‘Het is de bedoelding dat, nadat je bij ons hebt gewoond, je daarna zelfstandig kan gaan wonen. Eventueel nog met begeleiding van ons natuurlijk.’ Hanna kijkt me lachend aan. ‘Leuk he, mam!’ Ik knik voorzichtig. Het klinkt inderdaad goed, maar nog steeds ben ik er van overtuigd dat Hanna het beste gewoon bij ons kan blijven wonen. En bovendien, hoe moeten we dit betalen? Alsof Gerald gedachten kan lezen, begint hij te vertellen dat er vanuit de gemeente een speciaal potje is, waarvan het wonen bij hen betaald kan worden. Met een speciale beschikking kan dit geregeld worden waardoor er nog enkel een eigen bijdrage overblijft. ‘Dat is logisch,’ knikt mijn man. ‘Nou, het lijkt me allemaal erg ingewikkeld,’ verzucht ik. ‘Geen probleem, we helpen graag bij de aanvraag hoor.’ Gerald knikt geruststellend. Ik bijt op mijn lip. Toch zit het me niet lekker. ‘Wat zeg je ervan, wil je eens zien hoe het er allemaal uitziet?’ Hij staat op en kijkt Hanna vragend aan, die op precies hetzelfde moment al omhoog vliegt. ‘Ja!’
We krijgen een rondleiding door het huis, wat er eigenlijk uit ziet als een gewoon woonhuis. Een gezellige woonkamer met zachte banken en veel kussens. Er hangen wat foto’s aan de wand, naast een groot schilderij van de hond die ons bij binnenkomst al verwelkomde. ‘Dat is Rakker, als je hier woont mag je daar altijd mee wandelen of spelen. Hij is super lief.’ Hanna knikt enthousiast. Ze is gek op dieren. ‘We hebben ook een konijn, die staat buiten, dat laat ik zo ook wel even zien. Rakker is nu ook buiten, want we weten natuurlijk niet of jij honden wel fijn vindt.’ ‘Ik hou van honden!’ glundert Hanna. ‘Dat komt dan goed uit,’ knikt Gerald. Naast de woonkamer en de open keuken, zijn er nog twee extra kamers, waar bewoners zich rustig kunnen terugtrekken als ze dat willen. Er staan luie stoelen en een extra tv. Wanneer we naar boven lopen, zien we een lange gang met meerdere deuren. ‘Dit zijn de kamers. Iedereen heeft zijn eigen kamer. We hebben twee badkamers, dus we spreken altijd goed af wie wanneer gaan douchen. Gerald opent een van de deuren: op een bed en nachtkastje na is de kamer leeg. ‘Deze kamer is nu niet bewoond. Stel dat je hier komt wonen, dan mag je hem helemaal zelf inrichten zoals je wilt, met je eigen spulletjes.’ ‘Ik heb een hele mooie stoel,’ knikt Hanna, ‘die kan dan daar,’ en ze wijst naar een hoek. ‘Hanna, weet je nog wat we hebben afgesproken? We komen alleen een keertje kijken he…We weten helemaal niet…,’ ‘Laat haar nou maar even,’ onderbreekt Peter me. ‘We hebben het er thuis over.’
Loslaten is een proces
Even later staan we weer in de keuken. Door het grote raam kijk ik naar Hanna die buiten met de hond speelt. Ze lacht. Ze lijkt zo zorgeloos en blij. Ik zucht. ‘Het is niet niks hè.’ Gerald komt naast me staan en kijkt naar mijn dochter. ‘Het is vaak een hele stap om ergens anders te gaan wonen,’ vervolgt hij. ‘Ook voor ouders,’ voegt hij daar zachtjes nog aan toe. Ik knik. Hij slaat de spijker op zijn kop. ‘Toch zien we vaak dat jongeren opbloeien. Door de begeleiding die op de juiste moment afstand en nabijheid opzoekt, leren ze hun eigen vaardigheden ontwikkelen. Ze leren wat ze zelf kunnen en waar ze hulp bij nodig hebben en ook hoe die hulp dan te vragen. Vaak zien we jongeren, zeker zoals Hanna, echt opbloeien hier.’ Ik knik maar geef geen antwoord. Ik kijk naar mijn dochter, mijn alles, die hier zo gelukkig lijkt. Ze wil dit zo graag. ‘Misschien is het fijn als ze eerst eens een paar keer komt logeren, om te kijken hoe het gaat? Dan kan iedereen aan het idee wennen?’ Voordat ik kan antwoorden, neemt Peter het woord al: ‘Dat lijkt me een uitstekend idee. Dan kan Hanna kijken hoe ze het hier vindt en wij kunnen eens ervaren hoe het is als Hanna op eigen benen gaat staan.’ ‘Met een beetje hulp natuurlijk,’ glimlacht Gerald. ‘Wat denkt u ervan?’ Hij kijkt me vragend aan. Ik kijk van Peter weer naar Hanna en besef dat ik moet gaan loslaten. Of althans het moet gaan proberen. Mijn kleine meisje is niet meer het kleine meisje van vroeger. Ze wordt een vrouw en heeft dromen en wensen, net als ieder ander kind. Ik moet het proberen, voor haar en dus knik ik: ‘Logeren om te oefenen lijkt me goed.’ ‘Kom,’ zegt Peter. ‘Dan gaan we die dame daar buiten eens heel gelukkig maken.’
Ook op zoek naar een huis vol mogelijkheden?
Wil jij, net als Hanna, een fijne plek om te gaan wonen? Of wil je als ouder ook graag dat je kind de volgende stap kan zetten, maar dan wel in een beschermde, prettige omgeving? Bij Thuys bieden we Kleinschalige zorg op maat, door een team van vaste gezichten en weinig wisselende begeleiding. Benieuwd naar de mogelijkheden of een keertje kennismaken? Neem gerust contact met ons op!
Dit artikel is fictief, maar gebaseerd op waargebeurde verhalen en ervaringen.
Overeenkomsten met werkelijk bestaande personen en situaties berusten op puur toeval.